Student en stad gaan prima samen in Leiden

In Leiden zijn ontzettend veel verschillende verenigingen. Die worden vertegenwoordigd door de Plaatselijke Kamer van Verenigingen (PKvV). Vandaag interviewt de MediaCie daarom Naomi de Theije, Assessor Politiek van de PKvV.

Deel dit bericht

Geschreven door: Maaike Veenstra 

In Leiden zijn ontzettend veel verschillende verenigingen. Die worden vertegenwoordigd door de Plaatselijke Kamer van Verenigingen (PKvV). Vandaag interviewt de MediaCie daarom Naomi de Theije, Assessor Politiek van de PKvV.  

Hoi Naomi, wat leuk dat ik je vandaag mag interviewen! Kan je me wat over jezelf vertellen?

“Natuurlijk! Mijn naam is Naomi en ik ben 21 jaar. Ik studeer Criminologie en ben nu vierdejaars student in Leiden. Ik ben lid van Quintus, dat is natuurlijk ook een van de vijf grote gezelligheidsverenigingen in Leiden. En dit jaar ben ik Assessor Politiek in het PKvV bestuur!”

Wat leuk! Maar wat is precies de PKvV?

“Dat is het overkoepelende orgaan van de 24 studentenverenigingen in Leiden. Wij behartigen hun belangen tegenover de Universiteit, de Hogeschool en de gemeente, maar bijvoorbeeld ook tegenover verschillende partners in de stad. Wij komen voor hun belangen op. Eigenlijk is het wel grappig dat we als bestuur van de PKvV vaak ook worden gezien als een vertegenwoordiger van Leidse studenten. Daarom zit de PKvV ook vaak aan tafel bij verschillende overleggen.”

Je bent dus Assessor Politiek. Dat klinkt heel fancy,  maar wat houdt dat in?

“Mijn voornaamste portefeuille is het onderhouden van contacten met de Universiteit, gemeente en de Hogeschool. Ik ben het eerste contact naar deze externe partners toe. We hebben bijvoorbeeld een strategisch partnerschap met de gemeente. Dat doen we samen met de grote vijf verenigingen. Samen krijgen we geld vanuit de gemeente om maatschappelijke projecten op te zetten. Een voorbeeld van zo’n project is de reanimatiedag. Alle inwoners van Leiden konden op die dag gratis een reanimatiecursus volgen. Zo willen we student en stad verbinden.”

Dus eigenlijk geven de studentenverenigingen ook iets terug aan de stad?

“Dat klopt! Met dit soort initiatieven willen we laten zien dat studenten ook iets terug doen en niet alleen onrust veroorzaken. Studenten voegen echt iets toe. De museumnacht in Leiden wordt bijvoorbeeld ook georganiseerd door studenten.”

Je vertelde net dat je zelf lid bent bij Quintus, een van de grote vijf. Wat heeft lid zijn jou gebracht?

“Lid zijn bij een vereniging heeft mij ontzettend veel gebracht! Ik kwam niet uit de buurt en kende eigenlijk niemand in Leiden. Ik ben gelijk in mijn eerste jaar lid geworden en in één klap heb ik op die manier ontzettend veel mensen leren kennen. Ik ben later ook actief geworden bij commissies en daar heb ik heel veel geleerd. Niet alleen op het gebied van vaardigheden, maar ook over mezelf! Doordat ik zo actief was, ben ik een beetje in het PKvV bestuur gerold. Ik kon op deze manier ook iets terug doen voor de stad.”

Als PKvV vertegenwoordig je de 24 lidverenigingen en dus ook de gezelligheidsverenigingen. Wat zijn volgens jou nou de grootste verschillen tussen gezelligheidsverenigingen?

“Er zijn zeker verschillen! De structuren zijn waarschijnlijk de grootste zichtbare verschillen. Bij Minerva hebben ze jaarclubs. Bij Augustinus heet het dan weer een cordial. En bij Quintus en SSR hebben ze disputen, terwijl ze bij Catena geen structuur hebben. Zo heeft iedere verenigingen een andere identiteit. Daarnaast heeft de leeftijd natuurlijk ook invloed op het karakter van een vereniging.”

Waarom is Leiden volgens jou eigenlijk de leukste studentenstad?

“Leiden is sowieso de mooiste studentenstad van Nederland. Dat is gewoon zo! Het is soms net een groot dorp. Je komt altijd bekenden tegen en er zijn zoveel studenten. Het brengt een hele gezellige sfeer mee. In Leiden is alles daarnaast zo goed geregeld. Er wordt heel vaak naar Leiden gekeken als voorbeeld. Het is een hele compacte stad, dus er kunnen heel snel dingen geregeld en opgezet worden.”

Als PKvV vertegenwoordig je dus de lidverenigingen, maar hoe ging dat toen corona roet in het eten gooide?

“Het was in het begin wel even schrikken. We wilden natuurlijk wel dat onze lidverenigingen goed genoeg aan bod kwamen tijdens de EL CID. Als verenigingen geen nieuwe leden krijgen dan merk je dat jaren daarna nog. We maakten ons daar best wel zorgen om. We hopen dat we er toch voor hebben gezorgd dat al onze verenigingen toch een mooi plekje in het programma hebben gekregen. Dat lijkt tot op heden erg goed te gaan. Vooral de gezelligheidsverenigingen hebben al flink wat nieuwe leden gekregen.”

Heb je nog tips voor aankomend studenten?

“Jazeker! Ik zou aankomend studenten vooral aanraden overal te gaan kijken! Studentenverenigingen bieden enorm veel kansen en je leert heel snel mensen kennen. Je kan bijvoorbeeld ook een watersport proberen of iets anders dat je nooit eerder hebt gedaan. Je kan je via verenigingen ook ontwikkelen in commissies.”

Meer nieuws